Twaalf jaar geleden kwam Dave binnen bij de nachtopvang van Traverse aan de Gasthuisring. Hij was depressief en had schulden. Nu werkt hij bij een bank. Daar helpt hij mensen die heel erg rood staan of hun hypotheek niet meer kunnen betalen.
Na de Gasthuisring verhuisde Dave naar de Reitse Hoevenstraat. Een locatie waar destijds niemand van zijn leeftijd verbleef. Dat was niet altijd makkelijk. De medewerkers van het gebouw waar hij zat, haalden leefcoach Cor erbij. Die twee matchten gelijk en hebben nog steeds contact.
Dave wil graag zijn verhaal vertellen. Misschien kunnen anderen er iets van leren. Hij begint: “Net als heel veel mensen in de wereld heb ik niet zo’n hele leuke jeugd gehad. Maar er zijn miljoenen mensen die het slechter hebben gehad. Daar kijk ik altijd naar.”
Wat Dave als kind meemaakte, wens je niemand toe. Zijn moeder overleed toen hij elf was. Vanaf dat moment was hij alleen met zijn vader, die een alcoholprobleem had, Dave sloeg en na haar dood werkloos werd. Op jonge leeftijd vluchtte hij het leger in. Door wat Dave daar leerde en doordat hij op vechtsport zat, was hij niet meer bang voor zijn vader. “En toen draaiden de rollen om en is het een beetje uit de hand gelopen.”
Op zijn negentiende ging hij op zichzelf wonen. Dat vindt hij best jong. “Er zijn natuurlijk mensen die nog veel vroeger uit huis gaan. Maar mijn vader had mij nooit geleerd hoe je op jezelf moet wonen. Hoe je de rekeningen betaalt, wat je allemaal moet regelen. Nu kun je dat soort dingen opzoeken op internet, maar dat hadden we toen allemaal nog niet.”
Depressief
Achteraf gezien was hij ook depressief, van z’n zestiende tot z’n dertigste. “Ik heb nooit gedacht aan zelfmoord. Maar als ik door de stad liep, dan deden dingen me niks meer. Ik voelde er niks bij. Die periode heeft een behoorlijke kras op mijn ziel opgeleverd.”
Hij had wel allerlei plannen, zoals gaan studeren. Uit een test die hij maakte, bleek dat hij er slim genoeg voor was. Helaas werd hij niet aangenomen op de hbo-opleiding waar hij naartoe wilde. “Maar ik kreeg al wel een studiebeurs. En die bleef ik krijgen, ook al had ik gebeld.” Die studiebeurs moest hij later terugbetalen, terwijl hij helemaal geen inkomsten had. “Ik was zo depressief dat ik dacht dat ik geen recht had op een uitkering. Dus dan gaat het heel erg fout in je hersenen.”
Uiteindelijk belandde Dave op straat. Hij logeerde een tijdje bij vrienden, maar die hielden dat op een gegeven moment niet meer vol. “Ik zei tegen hen: ‘Prima, even goede vrienden. Ik ga kijken wat ik dan kan doen.’ Het gekke was dat ik helemaal niks wist van Traverse. Want net als veel anderen mensen, weet je pas iets van Traverse op het moment dat je al heel ver in de shit zit.”
De opvang aan de Gasthuisring kende hij wel. De mensen die daar sliepen, waren volgens hem zwervers, mensen waar hij niet bij hoorde. En toen was hij ineens één van hen. Gelukkig bleven zijn vrienden hem steunen toen hij bij Traverse zat. En hij maakte ook nieuwe vrienden, zoals Macho.
Macho
Macho was een kangal, een Turkse herder. Dave ontmoette de hond toen hij in het dierenasiel werkte, een vrijwilligersbaan die hij zelf had geregeld. “Als je werkt voel je je waardevol voor de maatschappij. Je kunt andere laten zien dat je niet de hele tijd niks doet.”
Hij besefte tijdens het werk in het asiel: zoals iemand nu voor mij zorgt, zorg ik nu voor die honden. Hij besefte dat de dieren afhankelijk van hem waren. Hij voelde zich verantwoordelijk voor hen. Door het omgaan met de honden leerde Dave ook veel over zichzelf.
Met Macho kreeg hij een bijzondere band. De Turkse herder had altijd pijn, omdat hij door zijn vroegere baas was geslagen. Op een dag liet Dave Macho uit, samen met een collega. Het dier, dat bijna tachtig kilo woog, had een muilkorf om en had een extra riem. Toch wist hij los te breken. Toen Dave hem weer te pakken kreeg, werd hij agressief.
Maar Dave zette door en wist de hond uit het bos te slepen. Dat leverde Macho een brandplek op z’n kont op. Dave kreeg een zalfje, dat hij op de plek moest smeren. Daarvoor moest hij wél het hok in. “Dus ik heb tegen Macho gezegd: ‘Luister. Ik heb hier geen zin in. Maar wij gaan dit wel doen. En jij gaat mij geen pijn doen.” Het ging goed en sindsdien vertrouwde Macho hem. “Hij kwam gewoon als een schoothondje bij me liggen.”
Besmettelijk
Nu is Dave vader, heeft hij een huis en werkt bij een bank. Hij gaat voor zijn werk in gesprek met mensen die niet meer weten hoe ze alles moeten betalen. “Wij helpen hen om weer in het groen te komen.” Door de opleidingen die hij voor dit werk volgde, kijkt hij anders naar zijn verleden. Hij begrijpt nu hoe moeilijk het is om de telefoon te pakken en hulp te vragen als je depressief bent.
Hij vertelt de mensen die hij aan de telefoon krijgt eerlijk over zijn eigen geschiedenis. Vertrouwen winnen doe je door het zelf te geven, weet hij inmiddels. Dat leerde hij
van Macho, en ook van zijn vroegere begeleider Cor, die bij het gesprek aanwezig is.
Hij zegt tegen Cor: “Zoals jij met mensen omgaat, dat is besmettelijk, op een positieve manier. Je moet mensen behandelen zoals je zelf behandeld wil worden. Als wij tweeën bepaalde zaken moesten bedisselen, was het altijd heel snel beslist. Maar het moet ook gelijkwaardig zijn. Dat zie je niet overal. Jij bent een mens, ik ben een mens. We zijn hetzelfde. Klaar.”